Start onderzoek Legale handel in illegale roodstaartamazones
De roodstaartamazone (Amazona brasiliensis) is een felgroene papegaai met een rode vlek op het voorhoofd en blauwe accenten rond de kop. Deze zeldzame soort leeft uitsluitend in de kustbossen van Zuidoost-Brazilië, globaal van de staat São Paulo tot Santa Catarina. Helaas is het meeste leefgebied – de Atlantische kustwouden – al vernietigd of versnipperd. Er zijn geen beschermde bosgebieden binnen zijn verspreidingsgebied, en ontbossing gaat nog steeds door. Door deze habitatvernietiging én illegale vangst voor de handel werd de soort schaars; begin jaren ’90 waren er minder dan 2000 exemplaren over in het wild. Dankzij lokale beschermingsprojecten is de populatie sindsdien gedeeltelijk hersteld, maar de roodstaartamazone blijft bedreigd. Illegale vangst en handel vormen nog altijd een ernstige dreiging voor het voortbestaan van deze papegaai.
Brazilië was relatief vroeg met natuurbescherming. Sinds 1967 is het verboden om inheemse wilde dieren, waaronder de roodstaartamazone, te exporteren. Internationaal werd de soort in 1981 opgenomen in Appendix I van CITES (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora). Appendix I omvat soorten waarvoor internationale handel verboden is, tenzij voor niet-commerciële doeleinden, zoals wetenschappelijk onderzoek of behoudsprojecten.
Een belangrijke uitzondering betreft dieren die in gevangenschap zijn gefokt volgens de CITES-criteria. Voor Appendix I-soorten stelt CITES dat commerciële export wel is toegestaan als de dieren afkomstig zijn van officieel goedgekeurde fokprogramma’s, geregistreerd bij het CITES-secretariaat in Genève. Deze programma’s moeten kunnen aantonen dat hun fokbestand legaal is verkregen en het fokprogramma bijdraagt aan instandhouding van de soort.
De Europese Unie heeft dit vereiste niet overgenomen. De EU stelt als eis dat een dier in gevangenschap moet zijn gefokt en geboren, maar vereist géén CITES-registratie van het fokprogramma. Voor invoer uit derde landen wordt slechts gecontroleerd of er een (weder)uitvoervergunning is afgegeven en of een positief advies is gegeven door de Wetenschappelijke Autoriteit van de Lidstaat van bestemming. Deze autoriteit zou in theorie moeten nagaan of er daadwerkelijk sprake is van legale fok, maar zoals uit de in dit artikel besproken voorbeelden blijkt, blijft deze screening vaak oppervlakkig. Eenmaal afgegeven blijft een positief advies bovendien vijf jaar geldig. De herkomst van ouderdieren wordt zelden gecontroleerd, waardoor ruimte ontstaat voor het legaliseren van illegale wildvang via papieren constructies.
Deze administratieve benadering – waarin de aanwezigheid van de juiste papieren volstaat – creëert een papieren werkelijkheid waarin illegaal gevangen vogels op legale wijze kunnen worden geïmporteerd en verhandeld. Dit maakt het systeem kwetsbaar voor misbruik en ondermijnt het beschermingsdoel van CITES. Want zodra een derde land - in de navolgende voorbeelden Zwitserland en Argentinië - een uitvoervergunning afgeeft, is Nederland bevoegd om een invoervergunning te verstrekken.
De Europese CITES verordening, die het CITES Verdrag implementeert, vereist nergens specifiek dat de lidstaat die de invoervergunning afgeeft, controleert of de ouderdieren van die nakweek daadwerkelijk legaal uit het oorspronkelijke verspreidingsgebied zijn uitgevoerd. Evenmin bestaat er een verplichting om het land van herkomst, in dit geval Brazilië, hierover te raadplegen of om aanvullende documentatie op te vragen.
Hierdoor is het in de praktijk mogelijk dat illegaal uit het wild in Brazilië gevangen roodstaartamazones en hun eventuele nakomelingen via een papieren constructie worden gelabeld als legaal in Argentinië gefokt, om vervolgens met legale documenten de Europese Unie te worden ingevoerd. Dit mechanisme, waarin de juiste papieren aanwezig zijn maar op basis van valse verklaringen, maakt het mogelijk dat illegale vogels legaal worden ingevoerd in de EU en binnen de EU verhandeld.
Wat de gevolgen van deze gebrekkige controle zijn, blijkt uit het volgende.
In de periode 1980-1990 werden jonge roodstaartamazones in Brazilië massaal uit nesten geroofd en via illegale routes het land uit gesmokkeld. Begin jaren ’90 was de nestroof zó intens dat de markt overspoeld raakte met jonge roodstaartamazones; Argentijnse tussenhandelaren boden de vogels aan voor slechts ongeveer 90 dollar per stuk. Alle papegaaien die buiten Brazilië opdoken, bleken direct of indirect afkomstig van smokkel uit het wild.
Wetenschappelijk onderzoek uit die tijd bracht aan het licht dat er tot ten minste 1995 géén fok in gevangenschap plaatsvond met roodstaartamazones, niet in Brazilië en evenmin in Europa. De zogenaamde “nakweek” exemplaren bleken in werkelijkheid wilde vogels te zijn, illegaal gevangen en verhandeld. De vraag van buitenlandse liefhebbers – vooral in Europa – wakkerde de illegale handel aan. Europese verzamelaars zorgden voor een afzetmarkt, waardoor stropers in Brazilië bleven toeslaan zolang overheidshandhaving tekortschoot.
Hoewel de situatie tegenwoordig onder controle lijkt, zijn er nog steeds incidenten. In recente jaren zijn opnieuw gevallen van illegale handel aan het licht gekomen:
2015: In Portugal werd een roodstaartamazone met elf kuikens in beslag genomen; de dieren waren vanuit Brazilië gesmokkeld;
2021: In Brazilië werd één exemplaar onderschept en in beslag genomen;
2023: Opnieuw werden in Brazilië twee roodstaartamazones in beslag genomen.
Deze gevallen tonen aan dat de illegale vangst en smokkel van roodstaartamazones helaas nog niet volledig tot het verleden behoren.
Ondanks nationale en internationale bescherming zijn er manieren gevonden om illegale wildvang papegaaien en hun nakomelingen te “legaliseren”. Hieronder volgen drie sprekende voorbeelden die blootleggen hoe de illegale roodstaartamazones zijn witgewassen via Argentinië en Europa. De gegevens zijn afkomstig uit twee Woo-verzoeken die zijn gedaan bij de CITES MA van Nederland. Waar het gaat om EU-certificaten zijn deze gegevens reeds gepubliceerd, waar het gaat om invoervergunningen, kunnen deze worden opgevraagd bij de CITES MA van Nederland.
In 2003 verleenden de Nederlandse autoriteiten een invoervergunning voor twee roodstaartamazones afkomstig uit Zwitserland. De vogels waren volgens de uitvoervergunning van Zwitserland in gevangenschap gefokt en geboren in Argentinië en kregen oorsprongscode C (tweede generatie nakweek, toegestaan voor commerciële handel). Maar dit kan biologisch en juridisch niet kloppen: roodstaartamazones planten zich pas voort vanaf 7–8 jaar oud, en wetenschappelijke bronnen tonen aan dat vóór 1995 nergens – ook niet in Argentinië – sprake was van legale kweek. Binnen zo’n tijdsbestek kon dus geen tweede generatie nakweek bestaan.
Bovendien blijkt uit andere importen dat dezelfde Argentijnse fokker ook vogels met oorsprongscode F exporteerde. Deze code staat voor de eerste generatie nakomelingen van wilde dieren, dus van ouderdieren die direct uit het wild afkomstig zijn. Vóór 1981 waren er geen roodstaartamazones buiten Brazilië bekend en sindsdien heeft er geen legale uitvoer naar Argentinië plaatsgevonden. Er zijn geen CITES-registraties die wijzen op legale uitvoer van deze soort van Brazilië naar Argentinië. De aanwezigheid van F-vogels bevestigt dus dat de fokker beschikte over wildvangdieren die via smokkel in Argentinië terechtgekomen moeten zijn.
Dat maakt de toekenning van oorsprongscode C nóg problematischer: niet alleen was de kweektijd te kort, maar ook de basis van de foklijn was illegaal. CITES staat commerciële handel met code C alleen toe als het fokbestand legaal is verkregen en het fokprogramma bijdraagt aan instandhouding. Beide voorwaarden zijn hier overduidelijk niet vervuld.
Desondanks accepteerden zowel Zwitserland als Nederland de papieren. Dit toont aan hoe een papieren werkelijkheid kon ontstaan waarin illegale vogels – ogenschijnlijk voorzien van correcte documentatie – toegang kregen tot de legale Europese handel.
en commerciële vogelhandelaar importeerde in 2007 een koppel roodstaartamazones uit Argentinië. De import vond plaats onder CITES-doelcode P, wat betekent dat de vogels als 'persoonlijk huisdier' waren ingevoerd. Dergelijke invoer is nadrukkelijk niet bedoeld voor commerciële doeleinden zoals fok, maar de handelaar zette het koppel desondanks in voor commerciële voortplanting.
Ook in dit geval kan geen sprake zijn geweest van een legaal fokbestand. Vermoedelijk ging het wederom om vogels afkomstig van dezelfde Argentijnse fokker als in voorbeeld 1, hoewel dit niet met zekerheid is vastgesteld. Uit onderzoek blijkt dat er vóór 1981 geen roodstaartamazones buiten Brazilië bekend waren en na de opname van de soort in CITES Appendix I in 1981 is er geen enkele legale export van roodstaartamazones naar Argentinië geregistreerd. Daarmee is de aanwezigheid van legale ouderdieren in Argentinië uitgesloten. Toch werd de invoervergunning verleend zonder aanvullend onderzoek. Tussen 2007 en 2022 bracht het koppel 25 jongen voort, die allemaal met EU-certificaten zijn verkocht op de commerciële markt.
Pas in 2022 werd de herkomst opnieuw ter discussie gesteld, maar zonder gevolgen: ook voor het oorspronkelijke ouderpaar werden alsnog EU-certificaten verstrekt. Hiermee werd de oorspronkelijke onrechtmatige invoer alsnog gelegaliseerd, ondanks het feit dat commercieel gebruik bij invoer expliciet was uitgesloten.
Een ander opmerkelijk geval laat zien hoe zelfs inbeslaggenomen dieren kunnen terugvloeien in de handel. In 2017 droeg de dierentuin van Praag (Tsjechië) een in beslag genomen koppel roodstaartamazones over aan dezelfde Nederlandse kweker die in 2007 al het Argentijnse koppel had geïmporteerd.
Dat het met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid gaat om dezelfde persoon, blijkt uit de openbaar gemaakte stukken: niet alleen is het handschrift bij de aanvragen kenmerkend en zowel bij de documenten die horen bij de aanvraag van EU-certificaten voor de nakomelingen van het koppel dat in 2007 is ingevoerd, als bij de aanvragen die samenhangen met het koppel uit 2017 exact hetzelfde, ook worden in beide zaken steeds dezelfde dierenartsverklaringen gebruikt en komt de postcode van de afzender, die abusievelijk niet consequent is weggelakt, overeen. Ondanks dat het gaat om geanonimiseerde documenten, is derhalve zeer aannemelijk dat het gaat om dezelfde persoon.
Dat een commerciële vogelhandelaar een door justitie in beslag genomen koppel van deze strikt beschermde, bedreigde soort in bezit kon krijgen, is op zijn minst verbazingwekkend. Niettemin gebeurde het: de kweker ging door met fokken en kweekte met dit Praagse koppel in 2018 twee jongen. In 2019 zijn EU-certificaten afgegeven voor deze twee nakomelingen.
Eén dier werd direct overgedragen naar een papegaaienkweker in België, het andere dier hield de kweker tijdelijk zelf. Dit dier werd overigens later eveneens overgedragen met een EU-certificaat afgegeven door de Nederlandse CITES autoriteit.
Dit betekent dat zelfs papegaaien die ooit door de autoriteiten uit de illegaliteit zijn gehaald, uiteindelijk weer hun weg vonden naar de legale markt. Het roept ernstige vragen op over hoe inbeslaggenomen dieren beheerd worden en in hoeverre de huidige procedures misbruik in de hand werken.
Deze drie voorbeelden tonen een duidelijk patroon. Geen van de besproken roodstaartamazones heeft een aantoonbaar legale herkomst, omdat Brazilië nooit vergunningen heeft afgegeven voor de uitvoer van deze soort. Toch belandden de dieren – door gebrekkige controles – in de Europese handel. Hierdoor wordt de internationale bescherming van de soort ondermijnd, aangezien de ogenschijnlijke “legale” handel de motivatie voor smokkel in stand houdt.
De beschreven praktijken hebben ernstige consequenties voor zowel de roodstaartamazone als de geloofwaardigheid van het CITES-systeem:
Aanhoudende druk op de wilde populatie: Elke papegaai die illegaal uit het wild wordt gehaald, betekent een verlies voor de kwetsbare natuurlijke populatie. Hoewel beschermingsprojecten in Brazilië successen boeken, kan de winst van jaren conservatiewerk in één klap teniet worden gedaan als smokkelaars weer toegang hebben tot een winstgevende afzetmarkt. Zo blijft de Roodstaartamazone in de natuur gevaar lopen, ondanks haar beschermde status.
Uitholling van internationale afspraken: CITES Appendix I is bedoeld als strikt instrument om commercieel gebruik van ernstig bedreigde soorten te stoppen. Als landen echter toelaten dat er toch gehandeld wordt via witwasconstructies, dan verliest CITES zijn effectiviteit. Het systeem faalt wanneer papegaaien op papier als “tweede generatie nakweek” kunnen worden verkocht terwijl zijzelf of hun ouders illegaal zijn gevangen. Dit creëert een gevaarlijk precedent: ook andere zeldzame dieren zouden op dezelfde manier de beschermingsregels kunnen omzeilen.
Gebrek aan instandhoudingsbijdrage: Een belangrijk criterium voor commerciële fok met bedreigde soorten is dat het moet bijdragen aan de instandhouding van de soort. In theorie zouden zulke fokprogramma’s de wilde populatie moeten ontlasten of genetisch veiligstellen. In de praktijk wordt dit vereiste vaak genegeerd. Bij de beschreven gevallen ontbrak in de vergunningaanvragen iedere uitleg hoe de fok bijdraagt aan het behoud van de soort. De verplichte instandhoudingsdoelstelling van deze fokactiviteiten wordt dus niet nageleefd. In plaats daarvan draait het om commercieel gewin: zeldzame papegaaien worden verhandeld, zonder dat de soort er iets aan heeft. Dit staat haaks op de geest van CITES en ondermijnt legitieme fok- en herintroductie-inspanningen.
De bovenstaande feiten maken duidelijk dat beleid en handhaving moeten worden aangescherpt om de Roodstaartamazone daadwerkelijk te beschermen en het CITES-systeem geloofwaardig te houden. Enkele concrete aanbevelingen om deze wantoestanden aan te pakken:
Strengere handhaving en controle: Autoriteiten dienen import- en exportaanvragen voor Appendix I-soorten kritisch te toetsen. Bij het minste twijfel over de herkomst moet een vergunning worden geweigerd. Bovendien moeten overtredingen (zoals het commercieel gebruiken van vogels ingevoerd met een huisdier-status) consequent worden bestraft. Zonder zero-tolerance handhaving blijft het lonend om de grenzen op te zoeken.
Verplichte registratie van fokkers: de EU moet eindelijk de eis uit het CITES-Verdrag implementeren dat dat commerciële fokprogramma’s van Appendix I-soorten strikt gecontroleerd worden en geregistreerd bij het CITES secretariaat in Genève. Alleen erkende fokprogramma’s die kunnen aantonen dat hun stamouders legaal verkregen zijn en bijdragen aan instandhouding, zouden nog commercieel moeten kunnen handelen. Dit sluit de achterdeurtjes voor ongecontroleerde fokkerijen. Geen registratie betekent geen export, import of EU-certificaat - zo simpel moet het zijn.
Inbeslaggenomen dieren naar herkomstland of erkend opvangprogramma: Dieren die toch in beslag worden genomen, zouden primair terug moeten naar het land van herkomst of anders in een erkend fokprogramma met behoudsdoel moeten worden geplaatst. Het mag niet meer gebeuren dat inbeslaggenomen dieren bij commerciële handelaren en particuliere houders buiten instandhoudingsprogramma belanden. Het toestaan van dergelijke houders beloont immers precies diegenen waarbij de vraag naar illegale dieren is ontstaan.
Tot slot is politieke wil essentieel. Beleidsmakers moeten beseffen dat papegaaien zoals de Roodstaartamazone geen handelswaar behoren te zijn, maar unieke wezens die onze bescherming nodig hebben. Door de bestaande regels strikt toe te passen en hiaten te dichten, kunnen we de vraag naar wilde exemplaren wegnemen en stropers het wind uit de zeilen nemen. Met betere handhaving, transparantie en internationale samenwerking kunnen we ervoor zorgen dat deze bijzondere papegaai blijvend in het wild kan blijven vliegen, en dat het CITES-verdrag daadwerkelijk de bescherming biedt die het belooft.
De grootschalige smokkel in roodstaartamazone’s had paradoxale gevolgen. Zo kwamen er in de jaren ’90 genoeg illegale Roodstaartamazones in Europa terecht om een officieel fokprogramma in dierentuinen op te starten, gericht op het behoud van de soort. In 1994 werd het Europese EEP (European Endangered Species Programme) voor roodstaartamazones opgericht, met voornamelijk in beslag genomen papegaaien als basis. Twee jaar later telde dit fokprogramma 46 vogels, afkomstig uit inbeslagnames en de eerste nakomelingen daarvan.
Het EEP voor de roodstaartamazone speelt inmiddels een belangrijke rol in de bescherming van deze bedreigde soort. Basil von Ah, stamboekhouder van het EEP voor de roodstaartamazone, heeft het belang van het fokprogamma uitgebreid uiteengezet naar aanleiding van een vragenlijst in het kader van onderhavig onderzoek. Als enige gecoördineerde ex-situ populatie roodstaartamazones wereldwijd, fungeert het EEP als een genetische ‘verzekering’ voor het geval de wilde populatie afneemt. Het programma richt zich niet alleen op fokbeheer, maar ook op onderzoek, educatie, fondsenwerving en samenwerking met Braziliaanse partners.
Onderzoek richt zich bijvoorbeeld op verbetering van kunstnesten die een rol vervullen als alternatief voor de steeds schaarser wordende natuurlijke nestgelegenheden. De huidige kunstnesten hebben als probleem dat jonge vogels daarin vaker last hebben van parasieten dan in natuurlijke holen. Educatie over de roodstaartamazone en haar leefgebied gebeurt vooral via dierentuinen, maar samenwerking met Braziliaanse organisaties wordt verder uitgebouwd. Hoewel herintroductie nu niet nodig is, wordt via het EEP een genetisch gezonde populatie opgebouwd als voorbereiding op mogelijke toekomstige inzet.
Deelnemers aan het EEP – vooral EAZA-dierentuinen – moeten aan strikte eisen voldoen op het gebied van ethiek en dierenwelzijn. Ook dieren uit inbeslagnames kunnen deel uitmaken van het programma, mits goedgekeurd. Zo draagt het EEP op verschillende niveaus bij aan het behoud van deze soort, zowel binnen als buiten het oorspronkelijke verspreidingsgebied.
Ah, B. von. (2025, 4 april). Persoonlijke communicatie.
Bertonatti, C. (1992). Notes on the illegal trade in Red-tailed Amazon parrots (Amazona brasiliensis). TRAFFIC South America Newsletter.
CITES. (1981). Notification 463: Inclusion of Amazona brasiliensis in Appendix I. Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora. https://www.cites.org
CITES. (n.d.). CITES Trade Database. https://trade.cites.org/
Europese Commissie. (1997). Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad betreffende de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het handelsverkeer daarin. https://eur-lex.europa.eu
Curzon, L. (1996). European Endangered Species Programme (EEP) Annual Report: Amazona brasiliensis. Tropical Bird Gardens.
Low, R. (1992). Amazon parrots: Aviculture, trade and conservation. Bezels Publications.
Martuscelli, P. (1994). Illegal trade and conservation of the Red-tailed Amazon Amazona brasiliensis in Brazil. Bird Conservation International, 4(3), 225–230. https://doi.org/10.1017/S095927090000279X
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (2024, augustus 5). Besluit Woo-verzoek CITES-vergunningen papegaaien. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/woo-besluiten/2024/08/05/besluit-woo-verzoek-cites-vergunningen-papegaaien
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (2024, december 6). Besluit Woo-verzoek EU-certificaten Amazona brasiliensis. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/woo-besluiten/2024/12/06/besluit-woo-verzoek-eu-certificaten-amazona-brasiliensis
Robin des Bois. (2015–2023). On the Trail – Information and analysis bulletin on animal poaching and smuggling [Tijdschrift]. Robin des Bois Association. https://robindesbois.org