Nieuws: Rechter zet deur wagenwijd open voor witwassen gesmokkelde vogels
Op 31 oktober 2025 oordeelde de Rechtbank Oost-Brabant op basis van een onbegrijpelijke verklaring van een oud-NVWA medewerker dat bij internationaal beschermde vogels van vóór 2019 de legale herkomst kan worden aangetoond met een naadloos gesloten pootring. Niet alleen is dit inhoudelijk onjuist, gelet op het zeer grote aantal in de EU, waaronder Nederland, aanwezige gesmokkelde vogels die zijn voorzien van naadloos gesloten pootringen, zet deze uitspraak de deur wagenwijd open voor het witwassen van illegale, internationaal beschermde vogels.
Een groot aantal vogelsoorten is internationaal beschermd: papegaaien, Aziatische neushoornvogels, paradijsvogels, het gaat om vele honderden vogelsoorten. Deze internationaal beschermde vogels zijn opgenomen op één van de appendices van het CITES Verdrag (het Verdrag inzake de internationale handel in bedreigde dieren en planten). Op Europees niveau is dit Verdrag opgenomen in de CITES Verordeningen. Strikt beschermde soorten zijn opgenomen op Appendix I van het Verdrag en Bijlage A bij de CITES Basisverordening. Beschermde soorten zijn opgenomen op Appendix II van het Verdrag en Bijlage B bij de CITES Basisverordening. Voor beide categorieën geldt dat invoer in de EU uitsluitend is toegestaan met een invoervergunning van de lidstaat van bestemming en een (weder)uitvoervergunning van het land van uitvoer. Echter, waar bij overdrachten van Bijlage A-soorten binnen de EU een ontheffing vereist is (het zogenaamde EU-certificaat), hoeft bij Bijlage B-soorten alleen de legale herkomst te worden aangetoond op het moment van controle of bij de aanvraag van een uitvoervergunning.
Al sinds de inwerkingtreding van de eerste CITES Basisverordening kan de legale herkomst van deze beschermde soorten maar op drie manieren worden aangetoond:
1. De vogel is zelf rechtmatig ingevoerd met een geldige invoervergunning
2. De vogel is gefokt in de EU en het fokbestand bestaat uit legale vogels
3. De vogel is verkregen vóórdat de soort op Appendix II / Bijlage B werd opgenomen.
Eén van de middelen om de legale herkomst van een vogel te traceren is aan de hand van de gegevens die op een naadloos gesloten pootring staan. Een goede naadloos gesloten pootring vermeld het land waarin de vogel uit het ei is gekomen, het jaar waarin de vogel uit het ei is gekomen, de instantie die de ring heeft afgegeven, de fokker, het volgnummer van de vogel bij deze fokker en de ringmaat. De ringmaat is daarbij essentieel omdat deze diameter als het goed is zodanig is dat hij alleen kan worden aangebracht in de eerste dagen nadat een vogel uit het ei is gekomen en daarna niet meer kan worden verwijderd.
Met deze gegevens kan dus een stap worden gezet naar het bewijs van de legale herkomst: is de fokker bekend, dan kunnen de ouderdieren gevonden worden en deze moeten dan ofwel naar een invoervergunning leiden danwel naar voorouderdieren die kunnen leiden naar een invoervergunning. Als de gegevens niet leiden naar een invoervergunning, dan moeten ze leiden naar voorouderdieren die al in de EU waren vóórdat de soort op Bijlage B werd geplaatst.
Een naadloos gesloten pootring kan dus nooit op zichzelf bewijs zijn van een legale herkomst, het is uitsluitend een hulpmiddel. Dit is nooit anders geweest, wat een oud-medewerker van de NVWA daarover ook verklaart. Een ring kan in het beste geval aantonen dat een vogel in de EU is gefokt en wie de fokker is, maar dit is een tussenstap.
Dat het uiterst schadelijk is om een naadloos gesloten pootring te zien als bewijs van legale herkomst, blijkt onder andere uit het artikel van de OCCRP “Astronomical Money’: How Smugglers Made Tens of Millions Moving Rare Birds Around the World” waarin de handelswijze van een internationaal werkend smokkelnetwerk uit de doeken wordt gedaan. Vogels van over de hele wereld, waaronder landen met een streng uitvoerverbod zoals Indonesië, worden via dit netwerk de EU in gesmokkeld en verhandeld. Deze vogels zijn voorzien van naadloos gesloten pootringen, en exact de vogels die in het artikel worden weergegeven, inclusief de exacte ringnummers, zijn in Nederland aanwezig. Direct afkomstig van smokkel, voorzien van naadloos gesloten pootringen. En dit zijn maar een paar vogels. Een vergelijking van de vogelsoorten die in de EU en Nederland in de handel zijn met vogelsoorten die daadwerkelijk legaal uit hun natuurlijke verspreidingsgebied zijn uitgevoerd toont aan dat de smokkel en witwaspraktijken bij bijlage B-vogels zeer omvangrijk is, paradijsvogels, Aziatische neushoornvogels, Australische en Braziliaanse papegaaien, het houdt niet op.
Bij uitspraak van 31 oktober 2025 (ECLI:NL:RBOBR:2025:7045) heeft de Rechtbank Oost-Brabant op basis van de onjuiste verklaring van een oud-medewerker van de NVWA verklaard dat vóór 2019 de legale herkomst van vogels, waaronder de Sulawesi-jaarvogels waar de zaak over ging, kon worden aangetoond met een naadloos gesloten pootring. De rechter gaat hierin mee en vernietigd het bestuursdwangbesluit dat was opgelegd wegens bezit zonder het aantonen van de legale herkomst. De Minister moet het besluit beter onderbouwen.
Echter, Sulawesi-jaarvogels komen uitsluitend voor op het eiland Sulawesi in Indonesië en zijn sinds de plaatsing van de soort op Appendix II / Bijlage B op 11 juni 1992 nooit legaal uitgevoerd uit Indonesië. En ook daarvoor zijn deze vogels nooit voor commerciële doeleinden uitgevoerd: dit is al sinds 1931 verboden. Er is vóór 1992 een beperkt aantal Sulawesi-jaarvogels uitgevoerd uit Indonesië naar internationale dierentuinen die de vogels mochten inzetten in fokprogramma’s. Deze preconventievogels, dus verkregen voordat de soort onder de CITES-regelgeving viel, vormen een zeer beperkte populatie. De legale herkomst van een Sulawesi-jaarvogel kan dan ook alleen maar worden aangetoond indien deze direct kan worden teruggeleid naar de preconventie Sulawesi-jaarvogels. Kan dit niet, dan gaat het om een (nakomeling van) een gesmokkeld dier.
De smokkel van deze Sulawesi-jaarvogels is daarbij geen incidenteel verschijnsel. Uit verschillende edities van On the Trail blijkt dat de smokkel in Sulawesi-jaarvogels geen incident is maar een structureel en omvangrijk patroon. Tussen 2018 en 2023 werden in Indonesië, Maleisië en India herhaaldelijk transporten onderschept met telkens meerdere Sulawesi-jaarvogels tegelijk, variërend van 1 tot 12 vogels per transport. Alleen al op de route Makassar–Surabaya werden in enkele jaren tijd meer dan 30 individuen ontdekt, vaak verstopt in krappe kisten of tussen vracht. Ook op de Sumatra–Maleisië-route doken herhaaldelijk zendingen op met meerdere knobbed hornbills, samen met andere zwaar bedreigde soorten. Deze terugkerende aantallen tonen aan dat de illegale handel in Sulawesi-jaarvogels continu, georganiseerd en commercieel aantrekkelijk is — en dat iedere vogel in Europa die niet kan worden teruggeleid naar de preconventie vogels, vrijwel zeker uit deze criminele keten afkomstig is.
De uitspraak van de rechter dat vóór 2019 de legale herkomst kon worden aangetoond met een naadloos gesloten pootring is niet alleen inhoudelijk onjuist, het zet de deur wagenwijd open voor het witwassen van gesmokkelde vogels en zet daarmee de hele werking van het CITES Verdrag op het spel.